Visueel fit zijn is een basisvoorwaarde om goed te presteren
Heeft u weleens het gevoel dat lezen of het werken achter een beeldscherm u enorm veel moeite kost? Dat u er zelfs hoofdpijn van krijgt? Dat u moeilijk kunt schakelen van veraf naar dichtbij? Draait u vaak letters om, bent u de weg kwijt tijdens het lezen of is er sprake van dyslexie? Kampt u met de gevolgen van licht traumatisch hersenletsel, zoals een hersenschudding of whiplash. Of heeft u klachten zoals migraine of meniere?
Liefst 80 % van de informatie die men dagelijks verwerkt is visueel. Als basisvoorwaarde om goed te kunnen presteren dient men dus visueel fit te zijn. Naast scherp zicht, moeten de ogen ook correct samen kunnen werken. Het rechter oog en het linker oog krijgen beiden een apart beeld binnen. Dit wordt duidelijk wanneer u afwisselend uw linker en rechter oog dicht doet. U ziet dan dat het beeld verspringt. Toch maakt u er 1 beeld van wanneer u met beide ogen samen kijkt. De hersenen fuseren de twee verschillende beelden tot één enkel beeld (sensorische fusie). De ogen zorgen ervoor, met kleine correctie bewegingen, dat de beelden op elkaar blijven (motorische fusie). Soms komen de beelden iets verschillend in de hersenen binnen; Fixatie Disparatie. Hierdoor bent u ook in staat om diepte waar te nemen. Het kan echter zo zijn dat de samenwerking inclusief de Fixatie Disparatie verstoord is om verschillende redenen, zowel motorisch als sensorisch.
De reden dat een verstoorde oogsamenwerking minder snel herkend wordt, komt omdat men meestal wel scherp zicht heeft, zowel veraf als dichtbij.
De meeste mensen denken dat wanneer iemand een gezichtsscherpte heeft van 100%, het vermogen om te zien “normaal” of zelfs “perfect” is. Dit hoeft echter niet zo te zijn.
De gezichtsscherpte is een meting van het oplossend vermogen (de helderheid) van iemands zicht en wordt getest met het lezen van letters of plaatjes op een oogtest. Bij deze test is het echter niet nodig dezelfde visuele functies te gebruiken als die nodig zijn bij het lezen van een stuk tekst op leesafstand (+/- 40 cm.).
Hoewel een scherp zicht belangrijk is, is het slechts één van de vele visuele vaardigheden die nodig zijn om te kunnen lezen en leren.
Voorbeelden van andere visuele vaardigheden die onderzocht worden in een functioneel oogonderzoek zijn:
Oogmotoriek: volgbewegingen, saccades, scannen
Uitrichten van de oogassen: antisuppressie, fusie, convergentie, divergentie en dieptezien.
Scherpstellen: accommodatie, identificatie, inspanning, ontspanning, flexibiliteit van de ooglens.
Visuele perceptie: begrijpen van wat we zien, visualisatie
Kenmerken van (verborgen) visuele afwijkingen zijn:
moeite met lezen
slordig handschrift
hoofdpijn/ migraine
snel vermoeid na visuele inspanning
concentratieproblemen
branderige ogen
nekklachten
gevoelig voor (zon)licht
moeite met dieptezien
duizeligheid